Glycol is een organische verbinding die behoort tot de groep van dihydrische alcoholen (diolen). De belangrijkste vertegenwoordigers zijn ethyleen- en propyleenglycol, die worden gebruikt als warmteoverdrachtsmedium, antivriesmiddel en in industriële waterbehandeling. Glycol wordt gekenmerkt door zijn hoge oplosbaarheid in water en lage vriespunten, waardoor het bijzonder nuttig is in gesloten circuits en voor specifieke industriële toepassingen.

Chemische eigenschappen

Glycol heeft de molecuulformule C2H6O2 (ethyleen) of C3H8O2 (propyleen) en heeft de volgende eigenschappen:

• Hoge oplosbaarheid in water: maakt een gelijkmatige verdeling in waterige systemen mogelijk.
• Lagere vriespunten: Voorkomt bevriezing van watervoerende systemen.
• Stabiliteit bij hoge temperaturen: Geschikt voor warmteoverdrachtmedia in verwarmings- en koelsystemen.

Toepassingsgebieden

1. Koelcircuits
   Glycol wordt gebruikt als antivriesmiddel in gesloten koelcircuits. Het beschermt tegen bevriezing en voorkomt corrosie dankzij speciaal samengestelde additieven.

2. Warmtedragend medium in de industrie
   In de chemische en voedingsmiddelenindustrie wordt glycol gebruikt als warmtedragend medium in systemen om de temperatuur van processen te regelen.

3. Bescherming tegen vorst in koeltorens en verdampingskoelsystemen
   Glycol voorkomt vorstvorming en zorgt voor een probleemloze werking bij lage omgevingstemperaturen.

4. Afvalwaterbehandeling
   Afvalwater met glycol wordt bijvoorbeeld geproduceerd in de luchtvaartindustrie tijdens het ijsvrij maken van vliegtuigen. Dit afvalwater moet biologisch of chemisch behandeld worden om de impact op het milieu te minimaliseren.

Milieuaspecten en behandeling

Ethyleen en propyleenglycol zijn biologisch afbreekbaar, maar kunnen in hoge concentraties zuurstofgebrek veroorzaken in waterlichamen. Afvalwater dat glycol bevat, moet daarom worden behandeld in speciale afvalwaterzuiveringsinstallaties om het chemisch zuurstofverbruik (CZV) te verlagen.